Genesis 22:9

ABEn zij kwamen op de plek die God hem gezegd had; en Abraham bouwde daar een altaar      en hij plaatste het hout      en bond zijn zoon Izak      en legde hem op het altaar boven op het hout.
SVEn zij kwamen ter plaatse, die hem God gezegd had; en Abraham bouwde aldaar een altaar, en hij schikte het hout, en bond zijn zoon Izak, en legde hem op het altaar boven op het hout.
WLCוַיָּבֹ֗אוּ אֶֽל־הַמָּקֹום֮ אֲשֶׁ֣ר אָֽמַר־לֹ֣ו הָאֱלֹהִים֒ וַיִּ֨בֶן שָׁ֤ם אַבְרָהָם֙ אֶת־הַמִּזְבֵּ֔חַ וַֽיַּעֲרֹ֖ךְ אֶת־הָעֵצִ֑ים וַֽיַּעֲקֹד֙ אֶת־יִצְחָ֣ק בְּנֹ֔ו וַיָּ֤שֶׂם אֹתֹו֙ עַל־הַמִּזְבֵּ֔חַ מִמַּ֖עַל לָעֵצִֽים׃
Trans.wayyāḇō’û ’el-hammāqwōm ’ăšer ’āmar-lwō hā’ĕlōhîm wayyiḇen šām ’aḇərâām ’eṯ-hammizəbēḥa wayya‘ărōḵə ’eṯ-hā‘ēṣîm wayya‘ăqōḏ ’eṯ-yiṣəḥāq bənwō wayyāśem ’ōṯwō ‘al-hammizəbēḥa mimma‘al lā‘ēṣîm:

Algemeen

Zie ook: Abraham, Altaar, Izaak, Izak, Mensenoffer
Jakobus 2:21

Aantekeningen

En zij kwamen ter plaatse, die hem God gezegd had; en Abraham bouwde aldaar een altaar, en hij schikte het hout, en bond zijn zoon Izak, en legde hem op het altaar boven op het hout.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יָּבֹ֗אוּ

En zij kwamen

אֶֽל־

ter

הַ

-

מָּקוֹם֮

plaatse

אֲשֶׁ֣ר

die

אָֽמַר־

gezegd had

ל֣

-

וֹ

-

הָ

-

אֱלֹהִים֒

hem God

וַ

-

יִּ֨בֶן

bouwde

שָׁ֤ם

aldaar

אַבְרָהָם֙

en Abraham

אֶת־

hem

הַ

-

מִּזְבֵּ֔חַ

een altaar

וַֽ

-

יַּעֲרֹ֖ךְ

en hij schikte

אֶת־

-

הָ

-

עֵצִ֑ים

het hout

וַֽ

-

יַּעֲקֹד֙

en bond

אֶת־

-

יִצְחָ֣ק

Izak

בְּנ֔וֹ

zijn zoon

וַ

-

יָּ֤שֶׂם

en legde

אֹת

-

וֹ֙

-

עַל־

op

הַ

-

מִּזְבֵּ֔חַ

het altaar

מִ

-

מַּ֖עַל

-

לָ

-

עֵצִֽים

het hout


En zij kwamen ter plaatse, die hem God gezegd had; en Abraham bouwde aldaar een altaar, en hij schikte het hout, en bond zijn zoon Izak, en legde hem op het altaar boven op het hout.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!